Hoewel serieus aangetast door de tand des tijds, spreken er weinig stadions meer tot de verbeelding dan het Bosuilstadion. “Den Bosuil” zal voor eeuwig op onze netvliezen gebrand blijven omwille van die beruchte goals met die “houten” doelpalen en de sfeer tijdens de interlands tussen België en aartsrivaal Nederland. Omwille van die interlands stond het stadion in de volksmond bekend als "de Hel van Deurne-Noord". We surfen doorheen de geschiedenis van dit nu al legendarische stadion en staan even stil bij een paar historische momenten van het Belgische voetbal.
Ontstaan en uitbreiding
Antwerp speelde tussen het stichtingsjaar 1880 en 1923 op zes verschillende locaties in Berchem en op het Kiel en dat is zowaar de wijk waar het stadion van aartsrivaal Beerschot zich bevindt. Uiteindelijk vond men in Deurne een locatie voor een nieuw stadion, De Boschuil, een gekende lusttuin. We weten niet wat we ons bij die “lusttuin” moeten voorstellen, maar de grondprijs lag er bijzonder laag. Op 1 oktober 1922 werd de eerste paal in de grond geslagen, dertien maanden later vond de inhuldiging plaats. Achter beide doelen verrezen staantribunes, die oorspronkelijk plaats boden aan 25.000 toeschouwers. De hoofdtribune telde 8.000 zitplaatsen en zittribune 2 aan de overzijde bood plaats aan 6.000 toeschouwers. 13 jaar na de opening werd het stadion uitgebreid. Tribune 2 werd volledig vervangen en de capaciteit werd opgetrokken naar 11.000 zitplaatsen. De staantribunes achter de goals kregen een extra ring met 16.000 plaatsen, waardoor de totale capaciteit van het stadion op ruim 60.000 plaatsen kwam. In 1961 werd de lichtinstallatie in gebruik genomen en het stadion zou de komende 20 jaar geen noemenswaardige veranderingen meer ondergaan.
“Derby der Lage Landen”
De forse uitbreiding van de Bosuil halverwege de jaren 30, had veel te maken met de “Derby der Lage Landen”. In het stadion zijn 35 interlands tussen België en Nederland gespeeld, waarvan vier WK-kwalificaties. De laatste "België - Holland" werd daar in 1977 gespeeld. De grootste bezetting ooit voor een interland was tijdens de halve finale van het Europees Kampioenschap in 1972 tussen België en het toenmalige West-Duitsland. Liefst 60.000 mensen zagen België met 1-2 verliezen tegen onze oosterburen. West-Duitsland werd Europees kampioen op de Heysel, België uiteindelijk eervol 3de op Sclessin. In datzelfde jaar, zaten België en Nederland in dezelfde poule voor de kwalificatie voor het WK 74 in West-Duitsland. De Bosuil kreunde en barstte bijna uit zijn voegen om Holland aan het werk te zien, maar vooral te zien struikelen. Oranje, onder leiding van het Ajax-legioen van Johan Cruijff, Johnny Rep, Ruud Krol en Johan Neeskens, was toen absolute wereldtop en die generatie was misschien de beste oranjegeneratie ooit. De Belgen, onder leiding van Raymond Goethals, zetten daar een stevig georganiseerd blok tegenover. Holland moest de wet van de sterkste ondergaan en Jean Thissen knalde de beste kans tegen het doelkader. Pech voor de Belgen, Oranje met de hakken over de sloot. In de terugmatch in Amsterdam scoorden de Belgen in de slotfase via Jan Verheyen de 0-1 en dat doelpunt zou voldoende geweest zijn voor kwalificatie. Helaas dacht een illustere Russische lijnrechter daar anders over en gaf ten onrechte buitenspel aan. België en Nederland eindigden gelijk, met elk 4 zeges en 2 gelijke spelen (de onderlinge confrontaties). Nederland mocht echter door omwille van een beter doelsaldo en werd later vice-wereldkampioen, België bleef verweesd achter, want er bestonden nog geen barragematchen voor de 2de plaats. Voor oranje bleek de zwaarste hindernis op weg naar de finale in München, niet Argentinië of Brazilië te zijn, maar de Bosuil. België voelde zich terecht bekocht en dit was het begin van het “Holland-trauma”. De tot op heden laatste interland op de Bosuil werd gespeeld op 12 oktober 1988. België verloor toen vriendschappelijk van Brazilië met 1-2.
(foto Bosuil 1982)
Het Mirakel van Vitosha Sofia
Niet alleen omwille van de Derby der Lage Landen, maar ook in clubverband was het Bosuilstadion vaak een echte hel. Zo mocht Antwerp in het seizoen 1957-1958 in de Europacup voor landskampioenen (de huidige CL) voor 55.000 toeschouwers het grote Real Madrid ontvangen. Antwerp verloor met 1-2. In het seizoen 1974-1975 speelde Antwerp voor een nieuwe toprecette van 45.000 toeschouwers in de UEFA-beker (huidige EL) tegen Ajax in de post-Cruyff periode. Antwerp won met 2-1, maar had in Amsterdam met 1-0 verloren. In 1989 werd een memorabele prestatie neergezet toen Antwerp, met Nico Broeckaert in de ploeg, het moest opnemen tegen het Bulgaarse Vitosha Sofia, het huidige Levski Sofia. In de Bulgaarse hoofdstad werd het 0-0. In de terugwedstrijd kwam Antwerp echter vroeg op achterstand. Twintig minuten voor tijd verloor men na een blessure ook Franky Dekenne, waardoor het zelfs met 10 verder moest omdat alle wissels waren opgebruikt. Toen mochten maar twee veldspelers en een doelman worden gewisseld. Wat toen volgde is wellicht het meest krankzinnige voetbalkwartier uit de geschiedenis. Ralf Geilenkirchen zorgde op de 83 minuut voor de gelijkmaker, maar in de slotminuten van de officiële speeltijd liep Sofia uit tot 1-3. Na de blessure van Dekenne werd echter 6 minuten extra speeltijd gegeven. Terwijl al heel wat Antwerp supporters ontgoocheld afdropen, scoorde Nico Claesen 2 maal kort na elkaar. Ondertussen waren heel wat fans teruggekeerd naar de Bosuil en zij zagen hoe Raphaël Quaranta in de 96ste minuut de 4-3 in doel kopte. Antwerp plaatste zich zo in extremis voor de volgende ronde en zou pas in de kwartfinales sneuvelen tegen het Duitse 1. FC Köln. Het schakelde tussendoor wel nog VFB Stuttgart en Dundee United uit. Antwerp en de Bosuil waren op dat moment op hun top, maar helaas… het verval loerde om de hoek.
Geen Eurostadion, maar wel de sloophamer…
Eind de jaren 80 kwam het bestuur van Antwerp al met een plan om een nieuw stadion te bouwen. Deze plannen werden echter al zeer snel terug opgeborgen, na het vertrek van toenmalig trainer Georg Kessler. Hij was namelijk de drijvende kracht achter deze plannen. In 1991 werden de staanplaatsen achter één van de doelen afgebroken om plaats te maken voor het Atrium Complex met 800 business-seats. Dit complex verminkte het stadion maar verschafte de club wel extra inkomsten. Toen Antwerp in 1993 de finale van de Beker der bekerwinnaars bereikte, kwam het plan terug boven water. Toen de stad Antwerpen zich in 1995 kandidaat stelde om Euro 2000 mee te organiseren, leek het allemaal de goede richting uit te gaan. Er waren plannen voor een “Eurostadion”, met 30.000 zitplaatsen en met een verschuifbaar dak, zoals in de Amsterdam ArenA . Het was de bedoeling om er ook grote evenementen in te organiseren. De stad Antwerpen gaf in 1997 aan Antwerp een bouwvergunning, maar hierin stond niets vermeld over een beweegbaar dak. Het stadsbestuur vond dat zo een constructie een te grote bedreiging vormde voor het nabijgelegen Sportpaleis. Antwerpen zag ook Euro 2000 aan zich voorbijgaan. De investeerders haakten dan ook af, maar ondertussen was men net begonnen met de afbraak van de 2de staantribune achter het andere doel. De plannen werden opnieuw opgeborgen. Het stadion was herleid tot een ware bouwwerf. De hierop volgende gedwongen sluitingen van de Bosuil bij de competitiestart van het seizoen 1997-1998 deden Antwerp uiteindelijk zelfs naar tweede afdeling afglijden. De uitgestelde thuiswedstrijden stapelden zich op en daardoor bleef Antwerp in de staart van het klassement. De inhaalwedstrijden moesten achteraf dan ook aan een waanzinnig tempo en onder enorme druk worden afgehaspeld, zodat Antwerp geen kentering meer kon brengen. Het kon de degradatie niet meer ontlopen. In het jaar 2000 kwam Antwerp terug in 1ste en in 2001 werd de nieuwe overdekte zittribune aan de overzijde van het business-complex in gebruik genomen. Deze biedt plaats aan 3.000 toeschouwers. Ondanks de “amputatie” van de 2 immense staantribunes achter beide doelen, blijft de Bosuil nog steeds een imponerend stadion. Voor onze ploeg en de ganse entourage, wordt de match op de Bosuil écht iets om naar uit te kijken. Ongeacht het resultaat van deze wedstrijd, zal die een plaatsje innemen in de bijna 100-jarige geschiedenis van onze club.
In juli 2005 kwam Antwerp opnieuw met nieuwe plannen om de oude, nog niet vernieuwde tribunes, te verbouwen. Het nieuwe stadion zou 20.000 plaatsen hebben met loges en 4 torens in iedere hoek van het stadion. Antwerp kreeg van het stadsbestuur echter geen toelating. De stad zou eerder de voorkeur geven aan een gemeenschappelijk stadion van 25.000 plaatsen, samen met rivaal Beerschot. Het is echter koffiedik kijken, wat de nabije toekomst brengen zal, want Beerschot is niet te vinden voor een gemeenschappelijk stadion. Wordt vervolgd…